-
1 expenditure
n. uitgave(n), kosten[ ikspenditsjə]1 uitgave(n) ⇒ kosten, verbruik♦voorbeelden:I can't justify an expenditure of 500 dollars • ik kan een uitgave van 500 dollar niet rechtvaardigenthe expenditure of money on arms • het uitgeven van geld aan wapens -
2 the expenditure of money on arms
the expenditure of money on arms
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский